Disclaimer: The rivet on top of the ATLAS' fork is NOT intended for mounting a front rack. The rivet is designed for mounting a light and is not meant to withstand higher loads as with a front rack. Please don't use it for that purpose.
Woorden door Jasmijn van der Zwaan - Foto's door Mike Vlietstra
Er is een bekend IJslands gezegde dat als je verdwaalt in IJsland, je gewoon moet opstaan en dan vind je de weg wel. Toen we ons voorbereidden op ons grote IJsland-reisavontuur en dit hoorden moesten we erom lachen, maar we vroegen ons ook af: Hoezo? Zijn er geen hoge bomen ofzo? Hoe zal het landschap eruit zien? En ook: Hoe moeilijk kan deze rit zijn? We waren ons van geen kwaad bewust....
Van Akureyri in het noorden van IJsland naar Reykjavik in het zuidwesten in vijf dagen
We zijn ons avontuur begonnen in het pittoreske stadje Akureyri. Het plan? Om in vijf dagen van Akureyri in het noorden van IJsland naar Reykjavik in het zuidwesten te rijden. Een route van ongeveer 600 km tussen twee grote gletsjers dooren over bijna alleen maar rotsachtige en onverharde wegen. Met het beroemde IJslandse gezegde nog in ons achterhoofd, maakten we een kleine weddenschap voor onszelf die begon op het moment dat we de 'bewoonde wereld' verlieten. Degene die de eerste boom vindt, wint!
Na een nachtje slapen in Akureyri, waren we klaar om op de fiets te springen! Oh ja, bijna klaar. Roel's fiets had een klein probleempje en we vonden het beter om dat te laten maken voordat we de bewoonde wereld verlieten. Met de hulp van onze IJslandse vriend Briet (nogmaals dank!!) vonden we een fietsenmaker die het probleem oploste en nu waren we echt klaar om te beginnen! De eerste kilometers waren op asfalt, maar de gravelpret begon al snel! Oh mijn... de wegen en uitzichten waren geweldig! Eindeloze wegen en de uitzichten veranderden om de paar kilometer.
In het begin waren de gravelwegen breed en rolden ze goed, maar nadat we een kleine stop hadden gemaakt bij een grote waterval, kwamen we in het binnenland en werden de wegen kleiner en meer zanderig, en ging ons tempo omlaag. En dan, uit het niets, leidde onze route ons middenin lavavelden... zo'n vreemde en surrealistische plek om te rijden. Na ongeveer 130 kilometer vonden we een zogenaamde noodhut: de Botni hut, en besloten om het voor gezien te houden. We filterden water uit een klein meertje en kookten avondeten (pasta bolognese, yum!!). We werden getrakteerd op een prachtige en zeer late zonsondergang en het was tijd om te springen... in onze slaapzakken.
"Wat zou jou het gelukkigst maken?"
De meesten van ons (ik niet!) hadden een redelijk goede nachtrust in de Botni hut en we waren klaar voor dag twee. Het weer van deze dag zou een ander verhaal worden dan dat van dag één: Het zag er somber, grijs en regenachtig uit. Maar hé! We waren op zo'n coole plek, dus we waren er helemaal klaar voor. We wisten dat de eerste km's nog in de lavavelden zouden zijn, maar hoeveel precies wisten we niet. In het eerste uur konden we maar twee kilometer fietsen (meer lopen) en we realiseerden ons dat het een lange, lange dag zou worden. Het voelde alsof de lavavelden eindeloos waren en alles wat we zagen was grijs en zwart lavazand. Na een paar uur (en heel weinig kilometers) vonden we een andere noodhut en we besloten daar te lunchen en een beetje op te warmen. Door de regen hadden we het behoorlijk koud. Na de lunch wilden we eigenlijk niet meer weg uit de warme en gezellige hut, maar we moesten wel. Op dat moment vroeg Martijn me: Waar zou je nu het gelukkigst van worden? Na even twijfelen antwoordde ik: een warme chocolademelk. Natuurlijk wist ik dat we de komende dagen nergens warme chocolademelk konden krijgen omdat we die niet bij ons hadden, maar dromen mag, toch?
We hadden behoorlijk geluk met een goede wind in de rug die ons naar wat betere 'wegen' blies. Eindelijk konden we wat kilometers maken op het zwarte lavazand. Maar toen we dichter bij de grootste gletsjer van het eiland kwamen: Vatnajokull, werden de paden weer een stuk ruwer. Dat betekende dat we hoger kwamen en dat het dus kouder werd. En het werd nog erger: plotseling veranderde het zwarte lavazand in een groot rotsachtig gebied waar helemaal geen pad te zien was. Maar de route liep er dwars doorheen. Het werd zo'n 10 graden steiler en we moesten nog minstens een paar honderd meter stijgen tot aan de gletsjer. Dit deel was echt surrealistisch en zwaar tegelijk.
We wisten dat er binnen afzienbare tijd weer een noodhut zou zijn. Dat klonk heel goed, want het werd kouder en we waren al behoorlijk moe. Alleen bleek de afzienbare tijd niet zo afzienbaar te zijn, want Jelmer kreeg op een erg winderige en koude plek een lekke band en dat pluggen lukte helemaal niet. Na wat wel een eeuwigheid van geworstel om het gat te dichten leek en weer wat lucht in de band te krijgen, werd het echt behoorlijk gevaarlijk. We hadden het heel erg koud omdat we nog steeds in de regen stonden en niets hielp om de band te repareren. Na een tijdje besloten we dat het beter was dat Roel, Mike en ik weer op de fiets stapten om de beschutting op te zoeken en niet onderkoeld te raken. Terwijl Martijn en Jelmer bleven om de fiets te repareren...
Uiteindelijk lukte het ze om het te repareren (helden!) en reden ze de laatste kilometers naar de hut. Toen we daar aankwamen, zagen we dat er al mensen in de hut zaten. We waren zo blij, want dat betekende dat het al verwarmd was! De twee IJslandse mannen die in de hut waren, schrokken eigenlijk best toen we daar aankwamen omdat we er zo koud en moe uitzagen (ze schreven daar zelfs iets in het IJslands over in het gastenboek van de noodhut haha). En toen gebeurde er iets magisch: ze boden ons een warme chocolademelk aan!!! Dus na wat we eerst een nachtmerrie noemden, werden dromen werkelijkheid :).
Wat is het laatste dat je wilt doen als je het al koud hebt? Uitkleden en een rivier doorwaden, precies!
Na nog een nacht in een warme en gezellige hut bij de IJslandse houthakkers (er valt geen hout te hakken in IJsland, maar het klonk wel alsof ze dat de hele nacht aan het doen waren), waren we weer min of meer klaar om op te stappen. De dag begon grijs en regenachtig en nadat we in de eerste kilometers naar de rand van de gletsjer waren geklommen, stuitten we ook nog op onze eerste gletsjerrivier oversteek. Omdat we nog zo dicht bij de gletsjer waren, kunt je je waarschijnlijk wel voorstellen hoe koud dat was...
En dit was nog maar het begin van een heleboel rivier oversteken die we vandaag moesten maken. Elke keer weer: schoenen en beenstukken uit en proberen zo snel, veilig, droog en warm mogelijk aan de overkant van de rivier te komen. Sommige waren makkelijker dan andere. In een paar was de waterstroom behoorlijk sterk. Door elkaar te helpen (ik ben de jongens zeer dankbaar!), lukte het ons elke keer om aan de overkant te komen. Tussen de rivierdoorsteken door werd het gravel af en toe wat vriendelijker.
Rond 19.00 uur stuitten we op een grote hut en daar waren zowaar mensen!!! En er was eten! En drank! De IJslandse bazin keek nogal verbaasd toen we min of meer alle snacks kochten die ze hadden en we hebben erg genoten van de chips en chocolade. Tijdens het eten bespraken we of we in deze hut zouden blijven overnachten of dat we zouden proberen nog een paar uur door te rijden. In IJsland gaat de zon in de zomer erg laat onder, dus dat was echt een voordeel voor ons.
Omdat we achter liepen op ons schema, gingen we weer op de fiets. Rond 22:30 uur vonden we een vlakke plek en besloten we er weer een punt achter te zetten. Toen we begonnen met het opzetten van de tenten, werd de wind steeds sterker en wisten we dat dit een lange, lange nacht zou worden. De wind was zo hevig en de lichtgewicht tenten zo wapperig, dat de meesten van ons nauwelijks een paar uur geslapen hebben. Geen goed begin van een nieuwe dag op de fiets.
Het laatste stuk! Na 4 dagen op de fiets te hebben gezeten, hadden we nog maar één dag te gaan om ons avontuur in Reykjavik af te ronden. We lagen nog steeds een beetje achter op ons dagelijkse schema van 130 km, maar aangezien het alleen over asfalt zou zijn, hadden we er alle vertrouwen in dat we dit zouden redden! Na de eerste 40 kilometer passeerden we een van de toeristische hoogtepunten van IJsland: Geysers! We stopten om dit vreemde vulkanische fenomeen te bekijken. Na deze gekke truc van moeder natuur, aten we een vette pizza (met banaan?!) lunch en bereidden we ons voor op de laatste 100 kilometer.
De weg was goed berijdbaar, maar we hadden veel tegenwind en een paar steile klimmen. Dus, helaas, lag het tempo een stuk lager dan we hadden gehoopt. Maar kilometer voor kilometer kwam Reykjavik dichterbij. We waren allemaal slachtoffer van pure uitputting. Dit was de dag dat we het minst met elkaar praatten en we luisterden allemaal een paar uur naar onze eigen muziek en podcasts. Rond 8 uur 's avonds kwamen we eindelijk aan in Reykjavik!Tijdens het eten begon het te dagen: Heilige moeder, we hebben het gehaald!! We trakteerden onszelf op een uitstekend hotel en sliepen als baby's!